maandag, 18 juli 2011 23:50

persbericht Afwijzing verzoek tot tijdelijke voorziening tot het verstrekken van een ID-bewijs zonder vingerafdrukken

Utrecht, 18 juli 2011

Op 15 juli deed de bestuursrechter te Utrecht uitspraak in de tijdelijke voorziening zaak van Koopmans vs de burgemeester van Utrecht.

Inzet was dat Koopmans wegens zijn principiële bezwaren geen vingerafdrukken kan afstaan voor het verkrijgen van een ID-bewijs en dacht te kunnen vertrouwen op de toezeggingen van de minister van Binnenlandse Zaken op 26 en 27 april j.l. dat er wegens het technisch falen van de vingerafdruktechnologie ‘voor nu’ gestopt zou worden met de opslag van vingerafdrukken in de decentrale databases.

Vandaag werd bekend dat de bestuursrechtbank zijn verzoek, zelfs dat om hem desnoods een tijdelijke ID-bewijs voor de duur van één jaar te verstrekken, heeft afgewezen.

Eiser komt daarmee in een onleefbare situatie terecht. Zijn bankrekening dreigt te worden geblokkeerd omdat hij zich niet bij de bank met een geldig identiteitsbewijs kan identificeren. Zijn hele familie wordt ook gedupeerd omdat men een lopende erfeniszaak niet kan afwikkelen. Op straat loopt hij, ook als hij bijvoorbeeld getuige zou zijn van een ongeluk, het risico om beboet en/of gearresteerd te worden op grond van de Wet op de Uitgebreide ID-plicht. En zelfs het risico dat zijn vingerafdrukken door de politie worden afgenomen om rechtstreeks op te slaan in een zogenaamd preventief Strafketendossier. Vrij reizen door Europa is voor hem ook niet mogelijk.

De minister oordeelde onlangs dat de vingerafdruktechnologie zo ernstig blijkt te falen dat de vingerafdrukken wegens een minimale foutmarge van 21%-25%, niet voor verificatie of identificatiedoeleinden gebruikt kunnen worden. De bestuursrechter houdt echter nog steeds vast aan het standpunt van de overheid dat het ook nu nog van groot belang blijft om vingerafdrukken op te slaan in de gemeentelijke database ‘om bij afgifte van een volgende identiteitskaart ter vaststelling en verificatie van de identiteit van de aanvrager, te kunnen teruggrijpen op eerder afgegeven vingerafdrukken’.( uitspraak 2.9)  Let wel van vingerafdrukken waarvan de rechter zelf vaststelt dat deze binnenkort slechts voor de duur van een week of twee dagen zullen worden opgeslagen en na wijziging van de wet helemaal niet meer afgegeven en opgeslagen hoeven te worden.(2.10)

De rechter is van oordeel dat de vingerafdrukken tot de wetswijziging is afgerond verplicht blijven wegens de Europese Verordening (2.11) al constateert ze eerder dat ID-bewijzen met een geldigheidsduur van minder dan een jaar niet onder de Verordening vallen ( 2.7.1) Dat de Paspoort uitvoeringsregeling(PUN art. 28a) in deze een uitzonderingclausule bevat die het mogelijk maakt deze tijdelijke documenten te verstrekken aan personen waarvan wegens fysieke OF tijdelijke belemmering geen vingerafdrukken verkregen kunnen worden, wordt door de rechter als niet van toepassing geacht. ‘Tijdelijke belemmering’ dient volgens haar begrepen te worden als ‘fysiek-tijdelijk’.

NB conform de uitspraak van de bestuurrechter in Den Haag waartegen hoger beroep is aangetekend.

Het oordeel komt er in de kern op neer dat, nu de bewaartermijn van opgeslagen vingerafdrukken wordt teruggebracht, mensen niet moeten zeuren dat ze principieel weigeren om hun vingerafdrukken afstaan.

Dat in de rechtzaal eiser ter berde bracht dat het technisch nog maar te bezien valt of de experimenten slagen om de gegevens na uitgifte te verwijderen en dat er over verwijdering van de log bestanden en uitwaaiering van gegevens al helemaal geen zekerheid bestaat of dat realiseerbaar is, komt in de uitspraak niet terug. Wel wordt vermeld dat eiser onterecht zou vrezen dat de gegevens uit de reisdocumentenadministratie gebruikt zouden kunnen worden door de officier van Justitie, AIVD of MIVD. De rechter is van mening dat dit onmogelijk is omdat de Paspoortwet deze instanties die bevoegdheid niet verleent, hetgeen een aperte onjuistheid is omdat deze instanties de bevoegdheid ertoe wel degelijk via andere wetgeving hebben. Hetgeen overigens ook geldt voor het gebruik van de gegevens door de fabrikant van de documenten Morpho dat wel in de rechtszaak aan de orde kwam maar niet in de uitspraak wordt genoemd. Ook de hele kwestie van bezwaar tegen de onveiligheid van de opslag voor gebruik van criminele hackers blijft onvermeld. Evenals het feit dat er bezwaar geuit werd tegen de onveilige opslag van biometrische gegevens in de op afstand uitleesbare RFID-chip van de documenten.

De rechter geeft er voorts blijk van niet op de hoogte te zijn van relevante uitspraken van het Europese Hof van de Rechten voor de Mens te Straatsburg die nader, en anders dan de rechter meent, toelichting geven op het arrest S&Marper uit 2008 (zie hoger beroepsschrift bij de Raad van State in de zaak Louise.v L. vs de burgemeester van Den Haag).

Kortom: de minister heeft de bevoegdheid om een uitzondering te maken door identiteitsbewijzen aan te wijzen waarvoor geen vingerafdrukken hoeven te worden afgegeven, maar weigert dat. Het bevoegd gezag- de burgemeester- kan een ID-bewijs afgeven als er geen vingerafdrukken kunnen worden verkregen van een burger maar weigert dat. De politiek lijkt tevreden gesteld met de opportunistische toezegging dat foute vingerafdrukken alleen nog maar tijdelijk in de database worden opgeslagen de komende jaren. Over het feit dat burgers door de ondeugdelijke vingerafdrukopslag in de documenten in gevaar kunnen worden gebracht lijkt, behoudens de vingerafdrukweigeraars zelf, zich niemand druk te maken. En dat alles onder het motto dat het niet anders kan vanwege de EU Verordening, waaraan zowel qua kwaliteitseisen voor de gegevens als aan de veiligheidseisen op technische gronden totaal niet wordt voldaan.

De vereniging Vrijbit adviseert en steunt Dhr.Koopmans. Voor nadere toelichting kunt u contact opnemen met de voorzitter van de vereniging Vrijbit

J.M.T.(Miek) Wijnberg via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.