Toon items op tag: wet en regelgeving
Het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel is ingediend op 14 september 2007
Officiele titel:
Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten en tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG (Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens)
Kort geding om stemgeheim
Op 3 november as. dient bij de rechtbank in Den Haag een kort geding dat de stichting Wij vertrouwen stemcomputers niet heeft aangespannen om de waterschappen te dwingen echt geheime verkiezingen te organiseren. De waterschappen willen op de stembiljetten een voor elke kiezer unieke reeks nummers afdrukken. Door die nummers is elke stem tot een specifieke kiezer te herleiden. Dit is in strijd met het stemgeheim. Het kort geding draait onder meer om elektronische bestanden waarin de namen, adressen en geboortedata van alle kiezers gekoppeld worden aan de per kiezer unieke nummers op de stembiljetten. Deze bestanden moeten door de drukker na afloop van het drukproces vernietigd worden. Gebeurt dit niet dan kan het stemgeheim van alle kiezers geschonden worden. Volgens de stichting worden de stembiljetten gedrukt door een Amerikaanse grafische multinational, die een schikking heeft moeten treffen in een rechtszaak omdat het bedrijf zijn eigen werknemers had bespioneerd en geïntimideerd. Het bedrijf dat bij deze waterschapsverkiezingen het scannen van de ingevulde stembiljetten verzorgt is Cendris Document Presentment B.V., een dochter van TNT. Dit bedrijf heeft in 2004 bij de waterschapsverkiezingen van het Hoogheemraadschap van Delfland grote fouten gemaakt. Hierdoor kregen 120.000 van de 846.000 kiezers twee stembiljetten terwijl 120.000 andere kiezers geen stembiljet kregen. Als gevolg hiervan moest de verkiezing opnieuw worden gehouden.
Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens in Nederland
Geschiedenis
In oktober 1991 werd tijdens de eerste internationale workshop over Nationale Instituten ter Bevordering en Bescherming van de Rechten van de Mens in Parijs de VN resolutie opgesteld die ieder land oproept om zo’n nationaal instituut dient op te richten.
Dit besluit wordt aangeduid als de ‘ Paris Principles’ en is in 1992 vastgelegd in de resolutie 1992/54 van de VN Commissie voor de Rechten van de Mens ( UNHRC) en in 1993 in besluit 48/134 van de Algemene vergadering van de VN.
Opslag = Opslag
Stoppen met opslag = volgens de minister ’effetjes’ opslaan in databestanden en nog jaren doorgaan met opslag in de chip van de documenten. NB Opslag in de chip van de reisdocumenten is ook een vorm van de-centrale digitale opslag.
Wat is een digitaal decentraal overheidsregister?
Ex-Staatssecretaris mevr. Bijleveld Antwoordde op 24 maart op Kamervragen v Raak (SP):
‘De opgenomen vingerafdrukken worden digitaal opgeslagen in het RAAS. Het Reisdocumenten Aanvraag en Archief Station (RAAS) is de apparatuur en programmatuur waarmee de uitgevende instanties (gemeentes en ambassades) de aanvraaggegevens digitaal kunnen verzenden aan de producent van de reisdocumenten.
Elke uitgevende instantie van de reisdocumenten heeft een of meerdere RAAS-en. Thans zijn er ca 700 RAAS-en. Het RAAS wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) al sinds 2001 beschikbaar gesteld aan de instanties die de reisdocumenten uitgeven. Sinds oktober 2001 worden in het RAAS digitaal alle aanvragen voor Nederlandse reisdocumenten opgeslagen.
De aanvraaggegevens worden door de uitgevende instanties van de Nederlandse reisdocumenten digitaal verzonden naar de producent. De verzending vindt versleuteld plaats. Daarenboven wordt er ook nog een digitale handtekening gezet over het versleutelde aanvraagbericht. De aanvraagberichten worden verstuurd via besloten netwerken. Absolute garanties zijn natuurlijk niet te geven, maar naar mijn mening is de beveiliging van de verzending van de digitale gegevens in orde. De producent bewaart alle persoonsgegevens uit de aanvraag 30 dagen. De naam van de aanvrager wordt 90 dagen bewaard op zogenaamde geleidelijsten die worden gebruikt voor controle van de te verzenden reisdocumenten. Sinds de invoering van de vingerafdrukken in de Nederlandse reisdocumenten worden de aanvraaggegevens in RAAS versleuteld opgeslagen. Dat geldt ook voor de back-ups die de uitgevende instanties maken van de gegevens die in RAAS zijn opgeslagen’.
Wordt er sinds 26 april 2001 doorgegaan met de opslag van vingerafdrukken in de decentrale databases?
JA! Bij afname worden de vingerafdrukken gewoon als vanouds decentraal opgeslagen. De enige aanpassing is dat inmiddels juridisch de bewaartermijn van de vingerafdrukken van 11 jaar is teruggebracht tot ‘de duur van het uitgifte proces’. In de praktijk wordt dat echter nog steeds wel gedaan. Eind juni 2011 wordt enkel in een aantal gemeenten geëxperimenteerd of het technisch mogelijk is om de gegevens na uitgifte van de documenten uit de database zelf te verwijderen. Het onderzoek naar de mogelijkheid om die gegevens ook te wissen uit logbestanden, buffer- en uitgewaaierde gegevensopslag is pas net opgestart en zal niet voor het eind van het jaar beschikbaar komen.( bron brief minister Donner aan Tweede kamer 19 mei 2011).
Houdt de minister zich aan de belofte voor NU te stoppen metde opslag van de vingerafdrukken in de decentrale databases?
Nee!
Kunnen mensen die principieel geen vingerafdrukken willen afgeven in deze omstandigheid een paspoort of ID-bewijs krijgen zonder dat zij gedwongen worden hun vingerafdrukken af te geven voor opslag in de documenten en decentrale databases?
Nee.
Persbericht: Vrijbit spoort alle Kamerleden schriftelijk aan om van houding te veranderen en voortaan daadwerkelijk te gaan opkomen voor de fundamentele rechten van de burger op de bescherming van hun privéleven.
Op 26 oktober 2014 schreef Burgerrechtenvereniging Vrijbit een brandbrief naar de leden van de Tweede en Eerste Kamer. Daarin werd betoogd:
- Dat het fundamentele recht op een privéleven van de burger sinds 2001 stelselmatig en op grote schaal is ingeperkt en wordt geschonden.
- Dat het beleid van alle kabinetten deze eeuw gericht was op het toenemend gebruik van grootschalige dataverwerking-systemen waarmee zoveel mogelijk gegevens van de burger kunnen worden geregistreerd. En op invoering/ aanpassing van wet-en regelgeving die het mogelijk maken om in toenemende mate alle doen en laten van de burger te controleren en te monitoren.
- Dat het parlement ernstig te kort is geschoten in de opdracht die ze heeft om de fundamentele rechten van de burgers te verdedigen.
- Hoe schrijnend de situatie is van burgers die hun recht op bescherming van een privéleven gerespecteerd willen zien en daarin worden tegengewerkt door de eigen overheid.
Vrijbit riep de Tweede- en Eerste Kamerleden met klem op om notitie te nemen van de grote zorgen over, en bezwaren tegen, het functioneren van het huidige politieke bestel waarin fundamentele rechten van burgers onvoldoende door het parlement worden verdedigd. Met (opnieuw) het concrete verzoek, om drastische verandering in de situatie te brengen en voortaan, niet alleen in woorden maar DAADWERKELIJK, er op te gaan toezien dat het recht op een privéleven van de burgers als FUNDAMENTEEL recht wordt beschouwd en gewogen. In concreto om geen enkel voorstel voor wet-of regelgeving te accepteren dat de privacy van de burger verder inperkt, en al helemaal niet als bij voorstellen daartoe niet wordt voldaan aan de eisen van (concreet omschreven) doelbinding, subsidiariteit en proportionaliteit. Zijnde de eisen zoals vastgelegd in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Handvest van de Grondrechten van de EU, waar de Nederlands Staat zich aan te houden heeft.
Ook stelde Vrijbit het Parlement op de hoogte van het feit dat het College voor de Rechten van de Mens gevraagd is om de bescherming van het recht op privacy tot een van de speerpunten van haar beleid te maken.
Evenals van het feit dat het disfunctioneren van het College Bescherming Persoonsgegevens op terrein van de Zorg zodanige proporties heeft aangenomen dat Vrijbit zich genoodzaakt zag om hierover formeel een klacht in te dienen tegen de toezichthouder in het belang van de bescherming van het recht op privacy van patiënten en behoud van het medisch beroepsgeheim.
‘We hopen dat u, met ons, onderkent dat waar overheden en het bedrijfsleven zich veroorloven om zonder toestemming of zelfs medeweten van betrokkenen hun medische persoonsgegevens te gaan verzamelen en verwerken het fundamentele recht op bescherming van een privéleven de facto definitief de nek om wordt gedraaid’.
Download Brief aan de Eerste Kamer: pdf
Download Brief aan de Tweede Kamer: pdf
Speerpuntbrief aan College voor de Rechten van de Mens pdf
Klacht disfunctioneren CBP pdf
Poppenkastvoorstelling Wie betaalt voor de ID-kaart?
Iedere burger verdacht en schatplichtig aan de overheid om met biometrische gegevens en geld te betalen om voortdurend te kunnen bewijzen dat men zich niet voor een ander uitgeeft.
Toelichting van Vrijbit op het PRISM Afvang en Zoekprogramma betreffende massaal elektronisch toezicht op inwoners en bedrijven wereldwijd
Jarenlang leek het tegen dovemansoren gezegd als Burgerrechtenvereniging Vrijbit waarschuwde dat de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geen bescherming biedt tegen het gebruik van gegevens door politie en justitie en veiligheids-en inlichtingendiensten. In alle publicaties en rechtszaken werd door Vrijbit telkens weer naar voren gebracht dat men zich ervan bewust dient te zijn dat nagenoeg alle gegevens die bedrijven of instellingen over een persoon vastleggen ter beschikking staan voor justitieel gebruik en voor het werk van veiligheids-en inlichtingendiensten, zodra de overheid iemand als verdachte aanmerkt.
Bevoegdheden van politie-justitie & veiligheids- en inlichtingendiensten
Grondslag hiervoor vormen de ‘Wet Bevoegdheid Vorderen Gegevens’ van juli 2005, de ‘Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002’, en bilaterale afspraken over samenwerking met inlichtingendiensten van andere landen:
- De eerste wet bepaald dat voor het opsporen van strafbare feiten, bij vordering daartoe, iedere instelling of bedrijf verplicht is om alle gegevens aan te leveren die betrekking hebben op een als verdachte aangemerkt persoon en ook medewerking kan worden gevorderd aan het ontsleutelen van gegevens. Met als enige uitzondering de data betreffende godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven of lidmaatschap van een vakvereniging.
- De tweede wet bepaald dat de AIVD en MIVD, nagenoeg ongelimiteerd, bevoegd zijn om persoonsgegevens van individuen en organisaties te verzamelen waarvan men het vermoeden heeft dat ze ‘een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de veiligheid of voor andere gewichtige belangen van de staat’. Deze diensten hebben zowel toegang tot gegevens waar overheidsdiensten over beschikken als tot dataopslag in de particuliere sector.
- Via (bilaterale en multilaterale) verdragen en internationale afspraken (MoU’s) is geregeld hoe het delen en uitwisselen van gegevens is geregeld met politie- justitie- en inlichtingen diensten van ‘bevriende mogendheden’.
- Op grond van de Patriot Act uit 2001, kreeg de FBI bovendien van de Amerikaanse overheid de bevoegdheid om wereldwijd, zonder tussenkomst van een rechter, alle persoonsgegevens op te eisen waarover een bedrijf of instelling beschikt, zodra dat bedrijf een vestiging of zelfs maar alleen een postbus in de VS heeft. Deze wetgeving die in het kader van ‘terrorisme bestrijding’ werd ingevoerd, overruled sindsdien in Europa alle nationale en Europese wetgeving.
De transparante mens - kwetsbare samenleving
Pas recent beginnen mensen zich bewust te worden van de immense hoeveelheid gegevens die over hen worden opgeslagen. Over waar iedereen zich bevind en heeft bevonden, over iemands inkomsten en uitgaven, de leefsituatie, welke contacten men onderhoudt, en hoe frequent deze worden onderhouden, in welke informatie men is geïnteresseerd, enz. En vooral ook van het feit dat dit niet allemaal losstaande gegevens betreft, maar dat ze verknoopt kunnen worden en grondstof kunnen vormen om er een uiterst nauwkeurig gedragspatroon, tot zelfs voorspellingen over iemands toekomstig gedrag, aan te kunnen ontlenen.
Ook het besef over de risico’s begint voorzichtig door te dringen: Over welke gevolgen het kan hebben als data verkeerd worden geregistreerd en foute data niet verwijderd of gewijzigd kunnen worden. Over hoe iedereen de regie over zijn eigen leven kwijtraakt wanneer men geen mogelijkheid meer heeft om zicht te houden op welke gegevens er worden vastgelegd, wie daarover beschikt en waar de data voor gebruikt worden. Over hoe rechteloos de burger raakt wanneer niemand verantwoordelijk kan worden gesteld voor het onjuist opslaan, verwerken, doorgeven of koppelen van gegevens. Hoe machteloos men staat als uit dataopslag verkeerde conclusies worden getrokken, bijvoorbeeld omdat ze uit hun verband worden gerukt of in een andere tijd worden geïnterpreteerd. Welke verstrekkende gevolgen het kan hebben als data in verkeerde handen vallen. Zoals identiteitsfraude- en diefstal of chantage als het criminelen betreft. Of onterechte verdenking door verzekeringsdiensten, (sociale) recherche, jeugdzorg e.d. Hoe kwetsbaar het zowel individuele mensen als de samenleving in zijn geheel maakt wanneer via computersystemen essentiële facetten van de infrastructuur van de samenleving kunnen worden aangetast.
Een totalitair surveillancesysteem waarbij de overheid zich alle data kan toe-eigenen
Aangezien het internet nog geen 25 jaar oud is en de technische mogelijkheden voor data opslag en analyse zich in duizelingwekkende vaart ontwikkelen, is het niet zo vreemd dat veel mensen er nog geen notie van hebben dat alle klantgegevens die winkels, bouwmarkten, videotheken, bibliotheken, transportondernemingen, kaartverkoopbedrijven, hotels, vakantieparken, telecommunicatiebedrijven, enz. verzamelen tot in lengte van dagen bewaard blijven en met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Laat staan dat men de reikwijdte overziet van een ‘totalitair surveillancesysteem ‘ waarbij de overheid zich alle data kan toe eigenen. En de impact van deze data gulzigheid die zoveel informatiemacht geeft dat een overheid iedere burger a priori als verdachte kan gaan aanmerken omdat er altijd wel iets uit de gegevensbrij te destilleren valt wat als verdacht kan worden beschouwd.
Checks and Balances
Een rechtsstaat is in theorie een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. Wetgeving verplicht burgers enerzijds om zich aan bepaalde regels te houden maar dient er ook toe om hen te beschermen tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Dat functioneert alleen als er voldoende ‘checks and balances’ ingebouwd worden, waarmee de totstandkoming van wetgeving democratisch geborgd wordt en de ten uitvoerlegging gebonden is aan controleerbare voorwaarden. Daartoe is het noodzakelijk dat er tussen de wetgever en de uitvoerende macht een rechterlijke macht staat die onafhankelijk kan toetsen of wetgeving correct tot stand is gekomen, of de Staat zich aan haar eigen voorschriften houdt, uitvoerenden zich niet schuldig maken aan machtsmisbruik of willekeur, en of bij conflicten tussen de burger en de overheid de belangen van de burger niet onnodig of buiten proportioneel worden geschaad.
NL is internationaal koploper in het tappen van telefoongesprekken zonder zich aan de wet te houden
In de praktijk blijkt er van bovenstaande mooie intenties vaak weinig terecht te komen. Zo is Nederland bijvoorbeeld al jaren koploper in het tappen van telefoongesprekken zonder dat de opsporingsdiensten zich houden aan de toepasselijke wet- en regelgeving met betrekking tot het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT), en de daarin opgenomen waarborgen tegen misbruik van de gegevensbestanden. Ook het recht van de burger op een effectieve rechtsgang wordt steeds vaker belemmerd door mistige ontoegankelijke juridische procedures, inperkingen van mogelijkheden om in beroep te gaan, verhoging van griffiegelden, het verbod voor rechters om aan de Grondwet te mogen toetsen, enz. Maar ook omdat wetgeving niet toegesneden is op de huidige digitale informatiesamenleving, waardoor het vaak al onmogelijk is om vast te stellen wie er verantwoordelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens zodra deze in het datacircuit terecht zijn gekomen.
Het (naïeve) geloof dat computerdata exacte en dus betrouwbare informatie geven versterkt ook de trend dat de overheid zich steeds minder gelegen laat liggen aan belangrijke rechtsprincipes. Zoals het principe dat iedereen verondersteld wordt onschuldig te zijn, tenzij er wettelijk en overtuigend bewijs voor het tegendeel is, en dat mensen het recht hebben om niet aan hun eigen veroordeling te hoeven meewerken. Administratieve verdenkingen leiden steeds makkelijker zonder rechterlijke tussenkomst tot ten uitvoerlegging van strafoplegging of sanctiemaatregelen.
En daar komt dan nog bij dat het voor de burger moeilijk is om op te treden tegen onrechtmatig optreden van de overheid, als deze diensten de controle op hun functioneren zelf in handen hebben (politie-justitie) of alle informatie over hun handelen als geheim kunnen afschermen zoals de AIVD en MIVD.
Totalitair regiem in opbouw
Waarmee maar duidelijk gemaakt wil worden dat het machtsevenwicht tussen wat de Staat van de burgers eist en verwacht en wat burgers van hun overheid mogen verwachten, met de komst de digitalisering van de samenleving dramatisch is doorgeslagen naar een oppermachtige overheid. Met mogelijkheden om het gedrag van alle burgers zodanig te kunnen controleren en monitoren dat iedere machthebber van alle totalitaire regiems die de mensheid tot nu toe heeft gekend daar niet eens van had durven dromen.
Snowden luidt de grote klok
En toen kwam op 6 juni 2013 ene Edward Snowden naar buiten met zijn onthullingen over PRISM. De afluister- en zoekprogramma’s van de National Securicy Agency (NSA) uit de VS. Met al snel daarna ook informatie over het aftappen van internetverkeer uit de telecommunicatiekabels door de Britse GCHQ. Met informatie over vergelijkbare spionage praktijken van andere landen en over de onderlinge samenwerking tussen de internationale inlichtingendiensten.
Kortom over de manier waarop de Amerikanen als spin in het web van de totale persoongerelateerde bewaking van het wereldwijd gebruik van telecommunicatie alles in het werk stellen om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen van de digitale sporen die mensen achterlaten op het internet. Om dit als grondstof te gebruiken voor zoekprogramma’s die uit deze gigantische informatiebrij navlooien op aanwijzingen die als mogelijke bedreiging voor de huidige machthebbers kan worden geduid.
Het belang van de onthullingen is niet zozeer dát dit allemaal gebeurd, maar dat er nu hard bewijs geleverd is voor deze praktijken. En vooral ook dat het blootlegt op welke manier communicatiedata worden onderschept.
Dat de overheden in het zogenaamde vrije Westen, zoveel grip willen hebben op hun eigen bevolking dat ze tot in detail wensen mee te kijken- en luisteren met alle telecommunicatie kwam niet als verrassing voor hen die bekend waren met het bestaan van het Echelon programma uit de jaren negentig. Dat programma wat eveneens beoogde alle telecommunicatie te onderscheppen maar zich toentertijd beperkte tot informatie die via satellieten werd verzonden. Dat programma waar een belanghebbend rapport over verscheen op 5 september 2001 wat een week later al in de prullenbak lag omdat na 9/11 iedere vorm van scepsis over controlemaatregelen van de overheid onbespreekbaar was, en min of meer als zelfstandige vorm van heulen met het terrorisme werd beschouwd.
De aanslagen in New York hebben zo jarenlang gefungeerd als stroomversnelling om zonder veel weerstand allerlei plannen die er lagen voor strengere controle op het doen en laten van de bevolking door te voeren. De Uniting and Strengthening America by Providing Appropriate Tools Required to Intercept and Obstruct Terrorism Act (USA Patriot Act) uit 2001 en pal na de aanslagen de goedkeuring van het Nederlandse parlement aan de herinvoering van het persoonsbewijs en identificatieplicht, waren slecht voorproefjes van wat er te gebeuren stond.
Met de groei van de datastromen en komst van de glasvezelkabels voor de doorgifte van data, ontwikkelde de Amerikaanse inlichtingendiensten en die van hun bondgenoten nieuwe methoden om zoveel mogelijk data te kunnen verzamelen. En werd de door het einde van de koude oorlog overbodig geworden capaciteit van de defensie industrie omgetoverd in een bloeiende defensie -surveillance industrie die programma’s en apparaten ging ontwikkelen en exploiteren om de eigen bevolking in de gaten en onder de duim te houden.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de excessief toenemende elektronische datauitwisseling verschafte overheden zichzelf steeds verdergaande bevoegdheden om
toegang te krijgen tot deze data. En door deze bevoegdheden onder te brengen bij de inlichtingen-veiligheids- en anti-terrorismediensten bleef voor de burgers verborgen wat er precies werd verzameld, over wie, waarom en wat er met die data gebeurd. De NSA probeerde zich allereerst toegang te verschaffen via de servers waar de gegevens worden opgeslagen. Waarbij bedrijven die hieraan mee dienden te werken geheimhouding werd opgelegd. Zoals bij de mailservicedienst Lavabit van dhr. Ladar Levison, die weigerde om de FBI de SSLcode ter beschikking te stellen waarmee zijn klanten via versleuteling privé mails met elkaar konden uitwisselen die enkel te openen was voor de verzender en ontvanger die men daar onderling de toegangscode voor gaf. Een voorbeeld wat bekend is geworden vanwege de eigenaar die zijn bedrijf stopzette toen hij de druk van de FBI niet langer kon weerstaan, en nu voldoende geld via crowdfunding heeft opgehaald om een rechtszaak tegen de overheid te voeren dankzij het feit dat de inmiddels wereldberoemde meneer Snowden een van zijn klanten was.
Als tweede manier werd ook telecommunicatieverkeer rechtstreeks uit het glasvezelnetwerk afgetapt - liefst lekker handig op de plekken waar de intercontinentale glasvezelkabels aan land komen en in samenwerking met de inlichtingendiensten ter plekke. Dit systeem Xkeyscore kan niet alleen net als PRISM metagegevens opvissen om op te slaan en later te analyseren, maar kan ook e-mails analyseren en ál iemands internetverkeer vastleggen.
Ook een manier was om bedrijven te verplichtten om dagelijks hun bedrijfsgegevens aan te leveren, zoals daags voor Snowden van zich liet spreken, bekend werd dat het telefoon en internetbedrijf Verizon dagelijks verplicht werd om aan de NSA de telefoongegevens aan te leveren.
Later bleek dat de NSA ook directe toegang heeft tot de computers van de grote Amerikaanse bedrijven als Microsoft ( inclusief Skype),Yahoo, Google ( inclusief YOU Tube), Facebook, Apple, Pal Talk en internetaanbieder AOL. Computersystemen waar vanuit al het telecommunicatieverkeer tussen het bedrijf en zijn klanten en van klanten onderling kan worden bespioneerd. En via deze computers ook toegang bleek te zijn gelegd naar de interne netwerkverbindingen waarmee binnen de bedrijven interne bedrijfsgegevens worden uitgewisseld.
Snowden onthulde eveneens het bestaan van het Bullrun-programma. Een programma wat inhoudt dat de NSA technische installatie- en telecommunicatie bedrijven expres zwaktes en achterdeurtjes laat inbouwen in versleutelingsproducten. En waarbij beveiligingsstandaarden, die de grondslag vormen voor het verstrekken van veiligheidscertificeringen, gecorrumpeerd worden.
Impact voor Nederland
Wat de NSA allemaal verzameld en hoe vaak is niet bekend omdat de dienst bedrijven verplicht om mee te werken op grond van geheime wetten. Maar men dient er rekening mee te houden dat in principe alles wat aan elektronische datauitwisseling plaats vindt voor de NSA toegankelijk is.
Hoe men de gegevens gebruikt is officieel ook niet bekend. Al is wel duidelijk dat de NSA, die volgens Amerikaanse maatstaven enkel van buitenlanders in het geheim persoonsgegevens mag verzamelen, wel degelijk ook de eigen bevolking in de VS bespioneert.
Dat Nederland gebruik maakt van de gegevens die volgens Nederlandse en EU wetgeving illegaal via PRISM zijn verzameld, werd afgelopen zomer door minister Plasterk ontkent. Inmiddels heeft hij in de Tweede Kamer die bewering afgezwakt met de uitleg dat hij daar geen informatie over mag verstrekken. Met als toevoeging dat Nederland op grond van internationale afspraken in principe natuurlijk wel gerechtigd is om gebruik te maken van gegevens die in Amerika zijn verzameld en dat het een ‘goede gewoonte’ is om andere naties niet te bevragen over de manier waarop die aan de gegevens zijn gekomen. Een gewoonte die nog vers in het geheugen ligt door de omgekeerde praktijk waarbij de VS ook geen verantwoording meende te hoeven afleggen over door marteling verkregen informatie zolang die info uit het buitenland kwam.
Omdat Nederland zulke innige samenwerking onderhoudt met de VS dat het lid is van categorie de ‘Nine Eyes’ van het PRISM-spionagenetwerk, hoeven we ons geen illusies te maken over de manier waarop informatie zodanig over en weer wordt uitgewisseld.
Omdat de minister weigert daarover informatie te verstrekken aan het parlement en men geen fiducie heeft in het onderzoek wat de toezichthouder instelt naar het functioneren van de AIVD, heeft een groep, bestaande uit enige organisaties en particulieren, de minister voor het gerecht gedaagd om te bewerkstelligen dat de Staat gedwongen wordt om te stoppen met het gebruik en witwassen van illegale dataopslag.
Het EU Parlement is ondertussen ook druk doende om te onderzoeken hoe de massale dataspionage vanuit de VS in de EU kan worden tegengegaan. De regeringsleiders willen ook tegenmaatregelen nemen nu ze zijn gaan beseffen dat ook hun privé telefoongesprekken en alles wat ze via internet communiceren door de NSA kan worden gescreend en dat de NSA praktijken ook behelzen dat door bedrijfsspionage de handelsbelangen van de EU benadeeld worden. Maar erg hard lopen ze niet aangezien ze tegelijkertijd wel verantwoordelijk zijn voor gelijksoortige praktijken van hun eigen inlichtingendiensten.
De hamvraag blijft echter of de overheid en bedrijven bereid zijn om architecturen van datasystemen zo te ontwerpen dat dit soort massale sleepnet spionage niet meer kán gebeuren. En ervoor kiezen om gebruik te gaan maken van systemen waarin informatie moet worden versleuteld en waar bij data-uitwisseling alleen de verzender en ontvanger over de sleutels beschikken om gegevens te kunnen ontcijferen. Waarbij derden, dus ook de cloudbeheerders, geen toegang hebben tot de data. En justitie, alleen bij een concrete verdenking, de sleutels moeten kunnen opvragen bij de eindgebruikers.
Zie elders op deze website voor bronvermelding het chronoverslag over het PRISMschandaal en de verklaring van afkortingen en begrippen.
Toetsing wetten aan Grondwet wordt misschien mogelijk
Nederland is het enige land van de Europese Unie waar rechters wetten niet aan de nationale grondwet mogen toetsen. Dit gaat vermoedelijk veranderen nu steeds meer parlementariërs, juristen en staatsrechtgeleerden voorstander zijn van opheffing van het verbod op grondwettelijke toetsing.
Ook het kabinet heeft geen principiële bezwaren meer.