maandag, 17 februari 2014 15:25

Nieuw ingekomen brief minister Plasterk d.d. 14 februari 2014 over vingerafdrukken voor uitgifte van paspoorten.

‘Antwoord’ op de vraag om toe te lichten waarom hij met zijn opmerkingen over het gebruik van vingerafdrukken voor paspoorten en ID-kaarten in de Kamer op 19-9-2013 herhaaldelijk zei: ‘We hebben er inderdaad niet veel aan’. Terwijl voormalig minister Donner op 27 april 2011 in de Tweede Kamer al stelde dat deze vingerafdrukken, gezien de grote foutmarge, als totaal onbruikbaar beschouwd dienden te worden voor verificatie- of identificatie.

Plasterk stelt dat hierin helemaal geen meningsverschil schuilt omdat hij alleen maar gezegd zou hebben dat we er ‘op dit moment’ niet veel aan hebben ‘omdat ze niet door andere lidstaten kunnen worden uitgelezen’.

Waarvan we niet anders kunnen constateren dat het toch wel heel droevig is gesteld met ons landsbestuur in handen van bewindslieden die het verschil niet onderkennen tussen iets wat technisch onbruikbaar is wegens een percentage van 25% foutmarges en een systeem waar je ‘niet veel aan hebt omdat je andere lidstaten de toegangscode tot het uitlezen van de versleutelde vingerafdrukdata in de RF-ID chips van de documenten niet hebt gegeven’.

Onverdroten vervolgt de minster de brief met de mededeling dat vingerafdrukken ‘echt wel nut hebben om vast te stellen of iemand de rechtmatige houder van een reisdocument is’. Ook al werd dus al in 2011 algemeen bekend dat, bij 1 op 1 verificatie, de vingerafdrukken bij en kwart van de mensen niet overeen blijkt te komen met die van de persoon aan wie ze volgens het systeem toe behoren.

Je hoeft geen professor te zijn om te snappen dat de bevolking eenvoudigweg bedonderd wordt met zulke nepantwoorden. Uit naam van een minister die zich er, anno 2014, nog steeds niet voor schaamt om het als doodnormaal voor te stellen dat onder zijn verantwoordelijkheid doorgegaan wordt met de registratie van vingerafdrukken in paspoorten, ook al deugen die gegevens niet. En die zich niet geneert om dat zogenaamd te rechtvaardigen met de redenering dat men vooraf niet had gedacht dat de technologie niet op tijd verbeterd zou zijn. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is als een regering met de invoering van nieuwe wetgeving de lichamelijke integriteit van alle burgers gaat aantasten, in de wetenschap dat de technische uitvoering ervan niet deugt( maar misschien nog wel een verbeterd zal kunnen worden). Dat de regering vooraf wist dat de techniek niet op orde was, staat met deze domme brief nu in elk geval zwart op wit.

Maar dat geeft allemaal niks, zo luidt nog net als ten tijde van de invoering van de Paspoortwet onder staatssecretaris Bijleveld het verweer, ‘omdat de douane ook als je verkeerde vingerafdrukken in je paspoort hebt staan mensen vast niet zal weigeren bij een grensovergang, omdat ze beloofd hebben dan gewoon naar andere gegevens kijken’.

Je hoeft geen rechten gestudeerd te hebben om te begrijpen dat dit geen deugdelijke basis is om inbreuk te mogen maken op  fundamentele burgerrechten betreffende de bescherming van ieders privé-leven (volgens het EVRM en andere internationale wetgeving en verdragen). En geen historicus om te doorgronden dat het parlement indertijd, bij de bespreking van het wetsvoorstel, niet is ingelicht dat de invoering van de vingerafdrukverplichting puur gefundeerd was op de veronderstelling dat de techniek in de toekomst misschien nog wel zou verbeteren.

Bron: Brief Plasterk 14-2-2014  kenmerk 2014-0000046992